Als ondernemer ben je niet automatisch verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Je kunt er dan ook voor kiezen om een zogenaamde arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Met deze verzekering kun je uitkeringen ontvangen in het geval dat je arbeidsongeschikt raakt. Stel je raakt arbeidsongeschikt door een ongeval waarvoor een ander verantwoordelijk is te houden en je hebt een arbeidsongeschiktheidsverzekering die uitkeert, dan kan het zijn dat je in een voordeliger positie komt te verkeren. Je ontvangt dan mogelijk meerdere uitkeringen: uitkeringen vanuit de door jou afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering én uitkeringen vanuit de letselschadezaak die is opgestart in verband met het ongeval dat je is overkomen.
Uitgangspunt is dat de schade van een slachtoffer niet twee keer mag worden vergoed. Wat moet er dan gaan gebeuren in de situatie zoals hiervoor is beschreven? Over het antwoord op deze vraag bestaat discussie in een kwestie die aan de rechtbank Overijssel is voorgelegd. 1
In dit blog ga ik op de uitspraak van de rechtbank in.
Juridisch kader
De wet bepaalt het volgende: “Heeft een zelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet, voor zover dit redelijk is, dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht.”2
Deze tekst vraagt om verduidelijking. De Hoge Raad heeft dan ook een aantal gezichtspunten gegeven die meegenomen kunnen worden bij de toepassing van dit wetsartikel.3
Uit de gezichtspunten kan worden afgeleid dat in ieder geval de aard van de verzekering moet worden vastgesteld. Is er sprake van een zogenaamde sommenverzekering of een zogenaamde schadeverzekering? Bij het vaststellen van de aard van de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering is de uitleg van de verzekeringsovereenkomst belangrijk.
Gekeken moet ook worden naar de concrete omstandigheden van het geval. Als het inkomen een rol heeft gespeeld bij zowel de totstandkoming van de verzekering als bij het bepalen van de hoogte van de uitkering, spreken we van een schadeverzekering. Als het inkomen enkel van belang is bij de totstandkoming van de verzekering en het nadien geen rol meer speelt, is er sprake van een sommenverzekering.
Overwegingen en oordeel rechtbank
De rechtbank Overijssel gaat allereerst in op de aard van de verzekeringen die het slachtoffer heeft afgesloten. Volgens de rechtbank is er sprake van (zuivere) sommenverzekeringen. Het inkomen van het slachtoffer heeft namelijk bij de bepaling van de hoogte van de uitkeringen geen rol meer gespeeld.5
Vervolgens loopt de rechtbank alle gezichtspunten van de Hoge Raad na en komt hij tot het oordeel dat verrekening van de te ontvangen uitkeringen van de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen met de schadevergoeding vanuit de letselschadezaak niet redelijk is. Het slachtoffer heeft namelijk zelf besloten om de verzekeringen af te sluiten en hij heeft hiervoor jarenlang (hoge) premies betaald.
De omvang en de frequentie van de uitkeringen van een arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn bovendien niet in de gezichtspunten meegenomen. De uitkeringen van de arbeidsongeschiktheidsverzekering staan in deze kwestie ook los van de daadwerkelijke schade en de nog te lijden schade van het slachtoffer. Relevant is tot slot nog dat de aansprakelijkheid is gedekt door een verzekering en dat het in deze kwestie gaat om aansprakelijkheid gebaseerd op schuld. 6
Tot slot
In beginsel mag een slachtoffer niet beter worden van het ongeval dat hem is overkomen. Het feit dat een ongevalsslachtoffer in een voordeliger positie komt te verkeren doordat hij twee keer een vergoeding ontvangt van schade wegens arbeidsongeschiktheid, betekent echter niet per definitie dat er verrekening plaats moet vinden. Dit moet per situatie worden beoordeeld.
Heb je letsel opgelopen door een ongeval en wens je hulp bij het verhalen van jouw schade? Neem dan gerust geheel vrijblijvend contact met ons op via 0800 667 84 66 of via info@nm-letselschade.nl. Met de juiste kennis en ervaring helpen wij je graag verder.
Dit blog is geschreven door mr. E.W. (Elise) van Kempen, NIVRE-re, werkzaam bij NostimosMooyman.
1 Rb. Overijssel 9 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:7033.
2 Artikel 6:100 Burgerlijk Wetboek.
3 Voor wat betreft de gezichtspunten verwijs ik naar HR 1 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7808, r.o. 3.5.3 (Verhaeg/Jenniskens).
4 Rb. Overijssel 9 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:7033, r.o. 5.4 en 5.5.
5 Rb. Overijssel 9 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:7033, r.o. 5.5.
6 Rb. Overijssel 9 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:7033, r.o. 5.10-5.12.