Je kunt door toedoen van een ander betrokken raken bij een ongeval en hierdoor letselschade oplopen. Die ander kan dan alleen aansprakelijk worden gehouden voor jouw letselschade als er een juridische grondslag bestaat. Een veel gebruikte juridische grondslag is de onrechtmatige daad. Indien aan de voorwaarden van de onrechtmatige daad wordt voldaan, rust er in principe een schadevergoedingsverplichting op de ongevalsveroorzaker jegens het -slachtoffer. Het leerstuk van de eigen schuld kan echter leiden tot een vermindering dan wel het vervallen van die schadevergoedingsverplichting. Een en ander wordt hierna verduidelijkt aan de hand van een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam.
Beknopte feitenweergave
De kwestie die aan de rechtbank Rotterdam is voorgelegd is de volgende. Twee scooterrijders reden in de avond van 12 juni 2020 achter elkaar op een rechtdoorgaande weg. De voorste scooterrijder verminderde vaart, waarna de achterste scooterrijder tegen de voorste scooterrijder botste. De achterste scooterrijder kwam hierdoor ten val en deze liep in ieder geval letsel op aan zijn linkerarm.
Onrechtmatige daad
Het leerstuk van de onrechtmatige daad kent vijf voorwaarden en de rechtbank Rotterdam is van oordeel dat in de betreffende casus aan alle vijf de voorwaarden is voldaan. De voorste scooterrijder en zijn verzekeringsmaatschappij zijn daarmee in principe gehouden om 100% van de door de achterste scooterrijder opgelopen schade door het ongeval van 12 juni 2020 te vergoeden.
De voorste scooterrijder heeft op een rechtdoorgaande weg afgeremd met de wetenschap dat de achterste scooterrijder achter hem reed, zonder aanleiding en zodanig dat de achterste scooterrijder voor hem moest uitwijken.
De achterste scooterrijder heeft schade opgelopen.
De onrechtmatige gedraging (het afremmen) is toerekenbaar aan de voorste scooterrijder.
De schade van de achterste scooterrijder is (mede) het gevolg van de onrechtmatige gedraging (het afremmen).
De geschonden norm (geen onzorgvuldig rijgedrag vertonen) strekt tegen de veroorzaakte schade van de achterste scooterrijder.
Eigen schuld
De toetsing van het leerstuk van de eigen schuld bestaat uit twee fases. Aan de hand van deze toetsing oordeelt de rechtbank dat niet 100% van de schade van de achterste scooterrijder voor vergoeding in aanmerking komt, maar slechts 50%.
De rechtbank Rotterdam acht drie omstandigheden van belang die bij gebrek aan een meer
waarheidsgetrouwe inschatting in gelijke mate aan de schade hebben bijgedragen:
Aangezien twee van de drie omstandigheden aan de achterste scooterrijder kunnen worden toegerekend, zou nog enkel 1/3e van de schade voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank Rotterdam past in de voorliggende kwestie een correctie toe die ertoe leidt dat toch nog 50% van de schade van de achterste scooterrijder voor vergoeding in aanmerking komt. Dit doet de rechtbank op basis van de volgende drie omstandigheden.
Dit blog is geschreven door mr. E.W. (Elise) van Kempen, werkzaam bij NostimosMooyman.